Artikel 6.31 Wet inkomstenbelasting 2001

Artikel 6.31. Uitgaven voor monumentenpanden
1.
Als uitgaven met betrekking tot een monumentenpand worden in aanmerking genomen 80% van de drukkende onderhoudskosten. De eerste volzin is slechts van toepassing indien het een eigen woning als bedoeld in artikel 3.111 betreft of indien het een bezitting betreft die volgens artikel 5.1 in de belastingheffing wordt betrokken en waarvan de waardeveranderingen de belastingplichtige direct of indirect grotendeels aangaan.
2.
Onder monumentenpand wordt verstaan een pand dat is ingeschreven in het rijksmonumentenregister, bedoeld in artikel 3.3 van de Erfgoedwet.
3.
Onder monumentenpand wordt mede verstaan een pand dat op het grondgebied van een andere lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte is gelegen en waarvoor Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een erkenning heeft afgegeven dat:
a. het pand een element vormt van het Nederlands cultureel erfgoed, en
b. het pand voor aanwijzing als rijksmonument op grond van de Erfgoedwet in aanmerking zou komen als het op Nederlands grondgebied zou zijn gelegen.
4.
Onderhoudskosten van een monumentenpand zijn de kosten van werkzaamheden daaraan voor zover die ertoe hebben gestrekt het pand, zoals dat bij de aanvang van de werkzaamheden bestond, in bruikbare staat te herstellen

https://maxius.nl/wet-inkomstenbelasting-2001/hoofdstuk5/afdeling5.1