BNB 1957/131, HR 28-11-1956 (rolnr. 12.919).
Raad van Beroep:
Met betrekking tot de onderhoudskosten van belanghebbendes woonhuis,
zijnde de kosten van aanschaffing van een nieuwe markies:
Ter verdediging van deze post stelt belanghebbende, dat het huis altijd
voorzien is geweest van een markies, zodat het vervangen van een versleten
markies als onderhoud van het huis is aan te merken.
De Raad is echter met den Inspecteur van oordeel, dat naar
verkeersopvattingen markiezen niet als onderdeel van de woning zijn te
beschouwen en dat dus vervanging van een versleten markies niet tot het
onderhoud van de woning is te rekenen.
Hoge Raad:
Overweegt omtrent het tweede middel:
dat de Raad van Beroep heeft vastgesteld, dat naar verkeersopvattingen
markiezen niet als onderdeel van de woning zijn te beschouwen;
dat het enkele feit, dat een voorwerp door den eigenaar tot blijvend gebruik
aan zijn woning is verbonden, niet meebrengt, dat fiscaal de vervanging ervan
als onderhoud van deze woning mag worden beschouwd;
dat dit middel dus geen doel treft
De kosten van het vervangen van markiezen zijn dus niet aftrekbaar.